De zorgen over de kredietwaardigheid van Griekenland en Spanje verdwenen naar
de achtergrond. Beleggers lieten zich liever leiden door positieve
analistenrapporten over conglomeraat 3M en telecomconcern Nextel.

De toonaangevende Dow-Jonesindex sloot met een winst van 51,08 punten (0,5
procent) tot 10.337,05 punten. De breder samengestelde S&P 500-index won
4,01 punten, ofwel 0,4 procent, tot 1095,95 punten. Technologiebeurs Nasdaq
boog het verlies van eerder op de dag om in een winst van 10,74 punten tot
een stand van 2183,73 punten. Dat betekent een winst van 0,5 procent.

3M omhoog
Het conglomeraat 3M was een opvallende stijger in de Dow-Jonesindex met een
koerswinst van 2,5 procent. Citigroup heeft zijn klanten geadviseerd om het
aandeel te kopen. Volgens het bankconcern gaat 3M, bekend van
Post-it-plakbriefjes en Scotch-plakband, sneller groeien dan zijn
concurrenten. Het advies voor Nextel stelde Citigroup eveneens naar boven
bij tot kopen. Het aandeel schoot hierop 5,6 procent omhoog.

Chips
Chipproducent Texas Instruments verhoogde dinsdag nabeurs de eigen
winstverwachting voor het vierde kwartaal. Toch hadden beleggers op meer
gerekend. Het aandeel verloor 1,3 procent. Chipgigant Intel kon het verlies
van eerder op de dag wegpoetsen en sloot met een kleine plus van 0,1
procent. De chipsector wordt gezien als een van de sectoren die het eerste
herstellen wanneer de economie weer aantrekt.

Mogelijk kreeg de beurshandel woensdag ook steun van de Amerikaanse regering
die het hulpprogramma ter waarde van 700 miljard dollar, waarmee onder meer
Amerikaanse banken en autoproducenten overeind zijn gehouden, had verlengd
tot volgend jaar oktober.

Staatsschulden
Griekenland zorgde aanvankelijk opnieuw voor onrust nadat twee toonaangevende
kredietbeoordelaars hun twijfels hadden uitgesproken over de kwaliteit van
de leningen van het land. Kredietbeoordelaar Standard & Poor's zorgde voor
nog een domper met de mededeling dat hij negatiever is geworden over de
economische vooruitzichten van Spanje. Sommige beleggers vrezen dat deze
kredietperikelen een voorbode zijn voor grotere problemen.

De olieprijs daalde woensdag 2,4 procent tot 70,88 dollar. Dat werd
veroorzaakt door een onverwachte stijging van de olievoorraden in de
Verenigde Staten. Oliemaatschappij ExxonMobil eindigde 0,2 procent lager.
Branchegenoot Chevron leek geen last te hebben van de goedkopere olie. Het
aandeel eindigde 0,4 procent hoger.

Op de valutamarkt noteerde de euro 1,4725 dollar tegen 1,4720 dollar bij het
slot van de Europese beurzen woensdag.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl